Maya Sule

Het is Rijkswaterstaat menens: in 2030 wil de organisatie klimaatneutraal en circulair werken. Maya Sule is programmamanager Transitiepad kunstwerken bij RWS. Zij pleit voor hogere duurzaamheidseisen aan de markt. ‘Met prototypes en projecten laten we zien dat het kan.’

Maya Sule

Circulair bouwen: ‘We hebben in de markt het vuur weten aan te wakkeren’

Wat is jouw relatie met circulaire viaducten?

‘In het programma Transitiepad kunstwerken ontwikkelen we duurzaamheidsmaatregelen die we kunnen meegeven aan onze projecten. Alleen zo kunnen we onze klimaatneutrale en circulaire ambitie bereiken. Circulaire viaducten zijn een onderdeel van die maatregelen. Samen met andere opdrachtgevers werken we nu aan een inkoopstrategie voor circulaire viaducten en bruggen. We willen in de toekomst afspraken over hergebruik standaard opnemen in onze contracten met de markt. Door industrieel, flexibel en demontabel te bouwen, creëren we een eindeloze cyclus van hergebruik. Daar moeten we bij elk ontwerp vanaf het begin over nadenken. Met de nieuwe inkoopstrategie hopen we de leerervaringen uit de SBIR Circulaire Viaducten breder in de markt te kunnen zetten.’

Een circulair viaduct bouwen blijkt heel goed mogelijk. Hoe kijk je tot nu toe terug op dit innovatieve proces?

‘Het verraste me hoeveel er al mogelijk is. Een marktpartij legde mij uit dat een prefab-ligger is ontworpen om de belastingen tijdens transport te kunnen dragen. Maar waarom zou je een prefab-ligger maar 1 keer kunnen transporteren en monteren? De certificering voor hergebruik vond ik zelf een spannend onderdeel. Gaat het lukken om de experts te overtuigen? Dat dit lukte, zie ik nog steeds als een grote mijlpaal. Iedereen bleek achter deze innovatie te staan, binnen en buiten Rijkswaterstaat. In de markt voel je de urgentie voor duurzame oplossingen toenemen. Dat is een enorme drijfveer.’

‘Waarom zou je een prefab-ligger maar één keer kunnen transporteren en monteren?’

Op welke vlakken zijn er nog verbeteringen mogelijk?

‘We zitten nog midden in een leerproces. Maar dat geldt eigenlijk voor de hele circulaire economie. Op termijn verwacht ik dat het bouwen van een circulair viaduct goedkoper én sneller is. Maar ontwerpen is ook een kwestie van kill your darlings. We gaan door op wat we al hebben geleerd en blijven optimaliseren. Met standaardisering als een van de voornaamste subdoelen.’

Wat betekent de circulaire ambitie van Rijkswaterstaat nog meer voor de markt?

‘De wisselwerking tussen de partijen die de eisen stellen en de partijen die ontwerpen uitvoeren, is erg belangrijk. De markt kan Rijkswaterstaat helpen onze eisen te verbeteren. Die moeten technisch en financieel namelijk wel realistisch zijn. Ik zou marktpartijen willen uitdagen om naast kosten en tijd, ook naar CO2-uitstoot en primair grondstofgebruik te kijken. En om daarin andere keuzes te maken, met het oog op een circulaire economie.’

‘De markt kan Rijkswaterstaat helpen onze eisen te verbeteren’

Hoe kijk je verder naar de circulaire toekomst?

‘Ik hoop dat onze nieuwe inkoopstrategie marktpartijen straks een richting geeft, zodat ze weten waar ze naartoe moeten ontwikkelen. Daarbij is het prima als ze kritisch zijn. Zij hebben tenslotte een winstoogmerk en willen concurreren, terwijl RWS vooral een maatschappelijke rol heeft. Maar dit biedt ook kansen voor de markt, om zich in een nieuwe richting te specialiseren en een duurzame bijdrage te leveren. De SBIR Circulaire Viaducten was voor mij een hele mooie thermometer. Wat is er allemaal mogelijk? Tegelijkertijd hebben we in de markt het vuur weten aan te wakkeren. Circulair ontwerpen en bouwen: het kan!’